De prijs van gelijkheid is twee kwartjes


Frank Kalshoven

31 mei 2008

Wie wel eens tot in de kleine uurtjes met Bas Jacobs in een Amsterdams café heeft gezeten, zei Wouter Bos maandag in Rotterdam, weet dat hij zelfs dan maar over twee onderwerpen wil praten: vrouwen, en de afruil tussen doelmatigheid en gelijkheid. Ik kan bevestigen dat de minister van Financiën en PvdA-leider gelijk heeft, waarbij moet worden aangetekend dat Jacobs over het tweede onderwerp aanmerkelijk interessantere dingen zegt dan over het eerste.

Bos nam het eerste exemplaar in ontvangst van De prijs van gelijkheid, de uitgebreide versie van de oratie waarmee Jacobs (1973) het ambt van hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus Universiteit heeft aanvaard. In de zaal: het hele beleidseconomische soepie plus prominente politici, onder wie VVD-leider Mark Rutte.

De beleidseconomen hadden een leukere middag dan de politici. Het is schrijnend, zei Jacobs, hoe vaak maatregelen worden voorgesteld die een efficiëntere economie of een rechtvaardiger wereld verder weg brengen. De VVD is ‘kampioen in het lanceren van onzinnige belastingvoorstellen’. Het CDA ‘bepleit al jaren de inkomensaandelen aan bepaalde uitgaven categorieën te maximeren. (*) Dat is buitengewoon schadelijk en ondergraaft het vermogen om inkomen effectief te herverdelen.’ De SP en de PvdA ‘bepleiten regelmatig maatregelen die zowel de economie schade berokkenen als de mensen aan de onderkant van de inkomensverdeling van de regen in de drup helpen, zoals het minimumloon, de vaste huurprijs of hogere tarieven in de inkomstenbelasting.’

Jacobs’ harde aanval op de economische onnozelheid van het politieke midden is gebaseerd op een elegante analyse van de kosten van gelijkheid. De baten van gelijkheid, zegt Jacobs, zijn afhankelijk van ieders politieke voorkeuren. Links is egalitair ingesteld, rechts juist niet, en over die voorkeuren is in economisch-wetenschappelijke zin weinig zinnigs te zeggen.

Maar over de kosten van gelijkheid is van alles te zeggen. En los van de voorkeuren voor gelijkheid, geldt voor links en rechts dat het de voorkeur verdient het gewenste gelijkheidsniveau te bereiken tegen zo laag mogelijke kosten.

De kosten van gelijkheid worden veroorzaakt doordat belastingheffing de economie verstoort. Om geld uit te delen aan mensen met lage inkomens moet het nu eenmaal eerst worden opgehaald bij de hogere inkomens. Door de taart eerlijker te verdelen, wordt hij kleiner en valt er dus minder te verdelen. Of, om de klassieke metafoor van de Amerikaanse econoom Arthur Okun te gebruiken: de emmer waarmee euro’s worden opgeschept om opnieuw te verdelen is lek, zodat er minder uit te schenken is dan je eerst dacht.

Jacobs schat de prijs van gelijkheid in Nederland op 50 cent. Dat wil zeggen: het herverdelen van één euro extra kost twee kwartjes. De gemiddelde kosten van de herverdeling in Nederland (die natuurlijk lager zijn bij de eerste herverdelingseuro dan bij de laatste) zouden 15 cent bedragen.

De hoofdboodschap van Jacobs is dat Nederland eenzelfde mate van gelijkheid kan bereiken tegen veel lagere kosten: die 50 cent, als prijs van gelijkheid, kan fors omlaag. Om precies te zijn, zou Nederland even egalitair kunnen zijn als nu, met pakweg 14 miljard euro (2,5 procent nationaal inkomen) minder aan kosten.

Daartoe moet wel het nodige gebeuren. Jacobs heeft een hele waslijst aan wenselijke veranderingen, waaronder het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, het afschaffen van de aftrekbaarheid van pensioenpremies en (het grootste deel van) de subsidiëring van het hoger onderwijs. Bovendien bepleit hij handhaving of zelfs verhoging van belastingen op kapitaalinkomen. Ook de malle ‘gratis-mode’ in Den Haag (schoolboeken, kinderopvang) moet het ontgelden. Gecombineerd met een verstandig belastingstelsel (géén vlaktaks, vindt Jacobs en hij heeft me overtuigd), kan zo die 14 miljard welvaartswinst geïncasseerd worden. Met een knipoog naar Milton Friedman (‘There is no such thing as a free lunch’) zei Jacobs er ook nog bij dat dat dan praktisch gratis is.

Wat houdt ons tegen? Jacobs merkt op dat in de welvaartseconomie doorgaans wordt uitgegaan van een ‘verlicht despoot’ die de maatschappelijke welvaart probeert te optimaliseren. Lekker makkelijk, want met de eigen logica van de politiek wordt dus geen rekening gehouden. ‘Hoe precies de regels voor optimale herverdeling moeten veranderen als rekening wordt gehouden met politieke distorsies is een open vraag’, schrijft Jacobs.

Het komt me voor dat zijn aandacht daar de komende tijd naar moet uitgaan. Reageren? frank@frankkalshoven.nl